Geef dieren en planten de ruimte

In Nederland leven ongeveer 45.000 verschillende soorten planten, dieren, schimmels en andere organismen in het wild. Die biodiversiteit staat stevig onder druk. Veel soorten hebben het moeilijk, voor zover ze niet al verdwenen zijn. Wereldwijd, maar ook dicht bij huis. Zo is ongeveer de helft van de bijen, vlinders en zweefvliegen in ons land bedreigd.

Het goede nieuws is dat u in uw eigen tuin en omgeving al veel kunt doen om de biodiversiteit te verbeteren. Alle beetjes helpen.

Zo geeft u insecten, vogels en andere dieren weer een stukje natuur terug. Groen zorgt bovendien voor verkoeling en neemt regenwater beter op. Win-win-win.

Van de tegels die u weghaalt, kunt u ook een
leuk stapelmuurtje bouwen waar ook
weer allerlei soorten beestjes in kunnen kruipen.

Hark niet alles aan, laat afgevallen bladeren
liggen, wees niet te grondig met onkruid
wieden, snoei pas laat in het voorjaar en
maai eens een stukje van uw gazon niet.

Hoe meer soorten bloemen, planten en struiken in uw tuin staan, hoe meer beestjes, vlinders en insecten er zijn. Gebruik het liefst biologische zaden.

Een dankbare bezigheid en het levert u
veel kijkplezier op. Vogels voeren is het hele
jaar nuttig. In de lente hebben ze het meest
aan eiwit- en kalkrijk voer, zoals wormen en
gekookte, fijngestampte eierschillen. In de
winter sterken ze aan van vetbollen en pinda’s.

Gun dieren hun nachtrust en nachtdieren hun duisternis.

Zo helpt u de natuur een handje. En u heeft er ook plezier van, want vogels en vleermuizen helpen weer plaagdieren te bestrijden, zoals muggen, rupsen en spinnen.